De toegevoegde waarde van de WHOA

Waarom een WHOAZAAK?

Met de inwerkingtreding van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (“WHOA”) op 1 januari 2021 heeft het Nederlandse herstructureringslandschap er een nieuw instrument bij. Met behulp van een WHOAZAAK kan de schuldenaar het probleem van een te hoge schuldenlast oplossen door een akkoord te sluiten met zijn schuldeisers. Kenmerkend voor de WHOA is dat de rechter het akkoord kan goedkeuren (“homologeren”), waardoor alle schuldeisers – ook degene die niet hebben gestemd of niet hebben ingestemd – aan het akkoord gebonden kunnen worden. Een WHOAZAAK is daarmee een effectieve akkoordprocedure om het faillissement van de schuldenaar te voorkomen.

In dit artikel wordt de WHOA in een breder perspectief geplaatst. De plaats die de WHOA in ons herstructureringslandschap inneemt en de reden dat de WHOA is ingevoerd, zullen in dat kader aan bod komen. In het bijzonder wordt ter afsluiting stilgestaan bij het feit dat een WHOAZAAK ook in het belang van de schuldeisers kan zijn.

 

De WHOA in een breder perspectief

Vóór de inwerkingtreding van de WHOA kende Nederland reeds een verscheidenheid aan (juridische) herstructureringsinstrumenten. Te denken valt aan de onderhandse akkoordprocedure, het surseanceakkoord, de pre-pack en het faillissementsakkoord. De reden dat de WHOA aan dit rijtje is toegevoegd, heeft alles te maken met de ineffectiviteit van de bestaande akkoordprocedures buiten faillissement. Wat maakte dat de onderhandse akkoordprocedure en het surseanceakkoord niet bruikbaar waren om het faillissement van de schuldenaar door middel van een akkoord te voorkomen?

Met de onderhandse akkoordprocedure wordt gedoeld op de praktijk dat een onderneming in financieel zwaar weer zijn schuldeisers verzoekt akkoord te gaan met een uitstel van betaling of een (gedeeltelijke) kwijtschelding van de uitstaande vorderingen. Dit vertoont gelijkenissen met de akkoordprocedure in de WHOA. Het nadeel van de onderhandse akkoordprocedure was echter dat het werd beheerst door de algemene regels van het overeenkomstenrecht, waardoor een onderhands akkoord enkel tot stand kon komen indien alle schuldeisers ermee instemden. Het gegeven dat een akkoord niet tot stand kwam zonder de medewerking van elke individuele schuldeiser, gaf de onwelwillende schuldeiser een prikkel om de totstandkoming van een akkoord te hinderen, om zo zijn eigen positie te verbeteren. De enige mogelijkheid die dan nog resteerde was dat welwillende schuldeisers een (nog groter) deel van hun vordering inleverden om de dwarsliggende schuldeiser ‘uit te kopen’, maar lang niet altijd waren zij hiertoe bereid. Ondanks pogingen om de dwarsliggende schuldeisers via de rechter aan het akkoord te binden, kwam een onderhands akkoord vaak niet tot stand waardoor levensvatbare ondernemingen onnodig failleerden.

Een voor de hand liggend alternatief leek de akkoordprocedure in de surseance van betaling te bieden. Bij een surseanceakkoord konden tegenstemmende of niet verschenen schuldeisers na goedkeuring door de rechter namelijk wél aan een akkoord worden gebonden. De praktijk bleek echter weerbarstiger. Het surseanceakkoord was ook ineffectief en werd zelden gebruikt. Dit kwam met name doordat slechts een beperkte groep schuldeisers (de concurrente schuldeisers) in een surseanceakkoord betrokken konden worden. De preferente schuldeisers zoals de pand- of hypotheekhouder, de belastingdienst en het UWV vielen buiten de werking van het surseanceakkoord, terwijl deze schulden veelal een belangrijk aandeel hebben in de financiële problemen van de schuldenaar.  

Al met al de WHOA voorziet in de behoefte van de praktijk om over een bruikbare en effectieve akkoordprocedure buiten faillissement te kunnen beschikken. Het probleem van de dwarsliggende schuldeiser wordt in de WHOA ondervangen doordat alle schuldeisers aan het akkoord gebonden zijn na de goedkeuring door de rechter en in een WHOAZAAK kunnen álle schuldeisers worden betrokken. De WHOA, die onderdeel uitmaakt van het programma ‘Herijking Faillissementsrecht’, draagt daarmee bij aan de doelstelling van dit programma om het reorganiserend vermogen van bedrijven te versterken. Tevens geeft deze wet invulling aan de Richtlijn betreffende herstructurering en insolventie.

Toegevoegde waarde van de WHOA voor de schuldeiser

Uit het voorgaande blijkt de meerwaarde van de WHOA voor de schuldenaar. Hij beschikt met de WHOA over een effectief herstructureringsmiddel, waarmee het faillissement van diens levensvatbare onderneming voorkomen kan worden. Daarentegen lijkt het op het eerste oog zo dat de WHOA geen meerwaarde biedt voor schuldeisers. Zij dienen immers – soms zelfs tegen hun wil in – hun openstaande vordering geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden. Drie redenen maken echter dat ook de schuldeisers baat kunnen hebben bij een succesvolle WHOAZAAK van hun schuldenaar.

De eerste reden dient te worden bezien vanuit het alternatief voor een WHOAZAAK, namelijk het faillissement. Een WHOA-akkoord zorgt ervoor dat schuldeisers, met name concurrente schuldeisers, in de regel meer ontvangen dan in geval van faillissement het geval zou zijn. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat er onder een WHOA-akkoord relatief gezien meer waarde te verdelen valt en anderzijds bevat de WHOA een waarborg dat concurrente (mkb) schuldeisers in beginsel recht hebben op minimaal 20% van hun vordering. In de WHOA is in elk geval gewaarborgd dat de schuldeisers bij een WHOA-akkoord niet slechter af mogen zijn dan in geval van faillissement. Een tweede reden dat schuldeisers baat hebben bij een succesvolle WHOAZAAK, is dat zij een klant voor de toekomst kunnen behouden. De derde reden is met name een voordeel voor de welwillende schuldeisers. Zij zijn in vergelijking met het onderhands akkoord in mindere mate afhankelijk van de dwarsliggende schuldeiser en hoeven niet langer een deel van hun vordering af te staan om de dwarsliggende schuldeiser ‘uit te kopen’.

Tot slot

De WHOA voorziet in de behoefte aan een effectieve en efficiënte akkoordprocedure buiten faillissement. De WHOA heeft tot doel het reorganiserend vermogen van bedrijven te versterken en onnodige faillissementen te voorkomen. Zowel de schuldenaar, als de schuldeisers hebben hier belang bij. Een WHOAZAAK is het meest doeltreffend als het tijdig wordt ingezet. Handel daarom proactief en leg hier uw vragen voor aan onze specialisten.